Regels

Het vangen en ringen van vogels is gebonden aan voorschriften en regels.

Vogels mogen uitsluitend gevangen worden door mensen die in het bezit zijn van een geldige ringmachtiging van het Vogeltrekstation. In die machtiging staat precies omschreven welke vogelsoorten waar en in welk kader gevangen mogen worden. Bovendien worden de vangmiddelen die de ringer mag gebruiken vermeld.

De ringmachtigingen worden afgegeven onder raamvergunning 951 die door het toenmalige Ministerie van LNV op 1 maart 1995 is afgegeven aan het NIOO-KNAW. Als ringer bent u gehouden aan de Wet natuurbescherming.

  Vergunning 951 is onverminderd van kracht onder het overgangsrecht in de Wet natuurbescherming, gelet op artikel Artikel 9.7, lid 1:
  Vergunningen en ontheffingen, verleend krachtens de Vogelwet 1936, de Jachtwet, artikel 25 van de Natuurbeschermingswet of de Wet bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten blijven van kracht voor de tijd dat zij zijn verleend. Artikel 5.4, eerste en derde lid, is van toepassing.

Vogelringers zijn gehouden aan een gedragscode. De gedragscode is een set regels en afspraken waar ringers naar dienen te handelen. Indien u vindt dat een ringer in strijd handelt met de gedragscode dan kunt u een klacht indienen. De gedragscode is ingedeeld in vijf (voor vrijwillige ringers zes) aandachtsvelden:

1. Het welzijn van gevangen vogels staat altijd voorop. Ringers dienen precies te weten hoe de vangmiddelen gebruikt moeten worden en welke gedragsregels daarbij gelden. Extra voorzichtigheid is bijvoorbeeld geboden bij slechte weersomstandigheden, bij kwetsbare vogelsoorten of tijdens het broedseizoen.

2. Houd u aan de bepalingen in uw ringmachtiging en de geldende wetten en regelgeving. Ringers handelen nooit in strijd met wat er in hun ringmachtiging omschreven staat en leven regels en wetten die van toepassing zijn altijd na.

3. Wees respectvol jegens uw collega’s, de natuur en de maatschappij. Ringers hebben respect voor de omgeving waarin ze werken, gaan respectvol met collega's om en maken met hen heldere afspraken, en storen omwonenden niet.

4. Wees deskundig in uw werk en handelen. Vogels worden alleen gevangen en geringd ten behoeve van wetenschappelijke doeleinden. Ringers worden goed opgeleid en dienen altijd bereid te zijn hun kennis te verbreden en te verdiepen. Zij gaan daarbij kritiek van derden niet uit de weg maar nemen deze ter harte.

5. Wees een ambassadeur. Een goede relatie met het publiek is een belangrijk onderdeel van het ringen. Vangen en ringen is een door de wet goedgekeurd hulpmiddel bij wetenschappelijk onderzoek, maar het is duidelijk dat de publieke opinie van grote invloed kan zijn als onwetend publiek niet correct te woord wordt gestaan. Ringers hebben de plicht de bedoelingen van hun activiteiten uit te leggen aan geïnteresseerd publiek. Om het publiek te laten zien wat we doen worden op veel ringstations excursies verzorgd waarbij het publiek van dichtbij in aanraking komt met het ringwerk. De verzamelde gegevens worden op diverse wijzen gepubliceerd.

6. Wees u bewust van uw vrijwilligerstatus (enkel van toepassing op vrijwilligers). Elke activiteit brengt risico's met zich mee, en het is goed te weten wat vrijwillige ringers en Vogeltrekstation van elkaar mogen verwachten. Vogeltrekstation informeert ringers over eventuele actuele risico's en de maatregelen die ringers kunnen nemen. Ringers moeten vervolgens zelf een afweging maken over persoonlijke risico's en zijn verantwoordelijk voor het opvolgen van maatregelen. Daarnaast zijn vrijwillige ringers zich ervan bewust dat zij dit werk vrijwillig doen en geen vergoeding ontvangen voor het ringwerk, tenzij anders afgesproken.

Download gedragscode

 

Indien u van mening bent dat een (aspirant-)ringer in strijd handelt met de gedragscode is het mogelijk een klacht in te dienen die behandeld wordt door de klachtencommissie van Vogeltrekstation.

Klachtenprocedure