Fitis (P.trochilus) - Noordse Boszanger (P.borealis) - Grauwe Fitis (P.trochiloides) - Swinhoes Boszanger (P.plumbeitarsus)
- Moeilijk, leg alle literatuur op tafel, maak uitgebreide beschrijving en veel foto's, haal collega's erbij.
- Vleugellengte. Fitis 60-70 (59-72). NoBo 60-72. Grauwe Fitis 54-67. Pas op! Bron: Svensson (1992).
- 1e handpen (p1) tov langste handpendekveer. Fitis: p1 1-8 mm langer. NoBo: p1 2 mm korter tot 3 mm langer. Grauwe Fitis: p1 5-10 mm langer. Bron: Svensson (1992).
- Buitenvlagversmallingen p3 - p6. Fitis en NoBo: p345 wel, p6 niet. Grauwe Fitis en Swinhoes: p3456 wel (p6 soms vaag). Bron: van Duivendijk (2002).
- Lengte 2e handpen (p2) tov andere handpennen. Fitis: 2nd P = 5/6 or =6 (=6/7)[=5]. NoBo: 2nd P = 5/6 or =6 (=6/7). Grauwe Fitis: 2nd P = 7 or 7/8 (=6/7) =8 or =8/9. Bron: Svensson (1992).
- Welke handpen vormt vleugeltip. Fitis: 3(4). NoBo: p3 en p4. Grauwe Fitis: p4, soms met p3. Dus een vogel met alleen p4 is een GrFi. Bron: Svensson (1992).
- Handpenprojectie (hpp).Fitis 80-100%. NoBo 70-90%. Grauwe Fitis 55-65% (meestal korter dan bij Fitis, altijd korter dan bij NoBo). Swinhoes Boszanger 55-65%. Bron: van Duivendijk (2002).
- Wenkbrauwstreep (wbs). Fitis: lang en witachtig. NoBo: relatief smal en niet doorlopend tot op voorhoofd, in breedte vrijwel gelijk blijvend. Grauwe Fitis: lang en witachtig en meestal over voorhoofd doorlopend, boven en achter oog zeer breed. Swinhoes Boszanger: lang en breed achter oog, tussen oog en snavel iets vager, niet over voorhoofd doorlopend. Bron: van Duivendijk (2002).
- Vleugelstreep op grote dekveren. Swinhoes Boszanger heeft vleugelstreep die zowel breed als lang is (tot op de binnenste grote dekveren). Swinhoes en NoBo hebben bovendien een tweede vleugelstreep op de middelste dekveren (NoBo niet altijd) die echter alleen bij Swinhoes ook breed is. NoBo en Grauwe Fitis hebben meestal één smalle en korte vleugelstreep. Bron: van der Vliet, Kennerley & Small; Dutch Birding 23(4):175-191.
van Duivendijk (2002): 240, 235, 234, 234; Speek (1994): 24, 23, 24, -; Svensson (1992): 216, 205, 203, -; Svensson (2000+2001): 304, 308, 308, 308.
Dutch Birding 23(4): 175-191, 2001. |