Busse (1974) heeft een schaal (download de versie in kleur, met dank aan VRS Nebularia) ontwikkeld waarmee de hoeveelheid vet die een zangvogel heeft aangelegd kan worden geschat. De schaal loopt van nul tot vijf, waarbij nul een vogel is die helemaal geen vet heeft, en vijf de maximale hoeveelheid vet is die een vogel normaliter kan aanleggen. De schaal van Busse is met name bedoeld voor het schatten van trekvet en werkt niet altijd goed in het broedseizoen.

Methode

   

1. Leg de vogel met de kop tussen wijs- en middelvinger op de rug in uw hand en met andere hand de beide poten ieder een andere zijkant opdrukken.

2. Blaas de veren van onderbuik totdat de luchtpijp zichtbaar wordt. Door de huid is het vet zichtbaar als een roze / gelig laagje op het donker bruinrode spierweefsel.

Op de onderbuik zijn bij zangvogels weinig veren ingeplant. Door het blazen worden delen van de huid op die plaatsen zichtbaar. Zonder vet is rood vlees te zien met op de buik, diagonaal in het vlees, de paarsachtige donkere darm. In het vorkbeen is, zonder vet, het vlies van de luchtzak en soms de witte ringstructuur van de luchtpijp te zien.

 Beschrijving schaalverdeling

Geen trekvet op de buik

  1. In het vorkbeen is (onderin) de luchtzak zichtbaar.
  2. Vanwege vet is in het vorkbeen de luchtzak niet te zien.

Trekvet op de buik en de lever is goed te zien

  1. Gelig vet op de buik in de vorm van banden of verbonden banden, maar van de darm is altijd nog iets zichtbaar.
  2. De buik is goed bedekt met gelig vet, de darm is niet zichtbaar, maar bovenin is een groot deel van de lever wel zichtbaar.

Veel trekvet op de buik en de lever is (bijna) niet te zien:

  1. In het vorkbeen rijst het vet niet boven de randen uit, op de buik is geen of een smal stukje lever zichtbaar.
  2. In het vorkbeen vormt het vet een bolrond kussen, de buik is geheel bedekt met (bol staand) vet.

Opmerkingen
(Trek)vet is geel of geel/oranje van kleur en ligt eerst in banen "bovenop" de buik parallel aan de darmen, bedekt later de buik met uitzondering van de lever en bedekt weer later de gehele buik. Bij vogels kan ook "ander soortig" vet zichtbaar zijn. Zo wordt geel vet rond de anus niet als trekvet beschouwd. Roze-achtig vet op de buik is "buikvet". Buikvet ligt "minder dik" en vaak "bobbeliger" op de buik en kan in vorm en kleur verschillen. Bij de aanwezigheid van roze-achtig buikvet geeft trekvet in het furculum (het kuiltje in het vorkbeen) de doorslag voor het bepalen van de vetgraad. Beoordelingsproblemen van buik- en trekvet treden met name op bij trekkende broedvogels uit de omgeving van het vanggebied. Trekvet wordt vaak snel en pas op het laatste moment voor de aanvang van de trek opgebouwd. De vetgraad is een maat voor de trekconditie. Een vogel met vetgraad 0 kan daarom in goede (algemene) conditie zijn. Trekvet geeft een hoger gewicht, ander vet niet of nauwelijks.

Hulpmiddel
Ringers met leesbril wordt aangeraden een limonade rietje te gebruiken als het niet scherp meer te zien is van zo dichtbij. Zie Van den Poel 2000: Ein Hohedruckfettbestimmungsgerät im oraler Verwendungsweise, OHV nr.91:29.

 

  • Busse P. 1974. Biometrical methods. Notatki Ornitologiczne 15: 114-126.