In elke ringmachtiging is de volgende voorwaarde aanwezig: "Gebruik van de machtiging is alleen mogelijk in gezelschap van de eigenaar of gebruiker der gronden of wateren, of met diens schriftelijke toestemming."

Deze voorwaarde is ogenomen in de raamvergunning die door het Ministerie aan het Vogeltrekstation is verleend en dient te worden opgevolgd. Het ringen van vogels op andermans terrein zonder diens toestemming of medeweten is uitdrukkelijk niet toegestaan. Hieronder staan een paar vragen (en antwoorden) die over de uitleg van deze voorwaarde.

Vraag Kunnen vogelringers de status van Muskusratvangers krijgen waardoor ze zonder machtiging op terreinen kunnen komen. Ik bedoel de 'aanwijzing' van Gedeputeerde Staten.

Antwoord

Nee dat kan niet. De ringmachtiging is afgegeven onder de voorwaarden zoals die door EZ aan ons zijn voorgeschreven. Daar hebben we toendertijd voor een deel wel invloed op uit kunnen oefenen (bv. één helper bij je hebben die ook vogels mag hanteren), voor het grootste deel zijn dat bepalingen die door EZ eenzijdig aan ons zijn opgelegd. Bovendien is de hierboven bedoelde status van muskusratvangers gebaseerd op een artikel in de Flora- en faunawet welke handelt over het bestrijden van schade, en het bestrijden van die schade wordt daarbij belangrijker geacht dan het recht van toestemming van de grondeigenaar. Dan zou er dus een argument gevonden moeten worden waarmee aannemelijk te maken is dat het belang van het vogels vangen en ringen groter is dan het recht van toestemming van de grondeigenaar.

Vraag Kan er vanuit Vogeltrekstation een standaard document beschikbaar worden gesteld dat door een grondeigenaar getekend kan worden en dat juridisch dekt dat iemand ergens ringt?
Antwoord Ja dat document is hier te vinden. 
Vraag Kan het beleid van Vogeltrekstation veranderd worden in de volgende situatie mbt de hulp aan ringers: Iemand wordt staande gehouden voor het ringen van vogels op terrein waar de eigenaar geen toestemming gegeven heeft, eventueel wordt er een proces-verbaal opgemaakt. Het huidige beleid is dat er bij een proces-verbaal door Vogeltrekstation de machtiging wordt ingetrokken. Ik kan mij voorstellen dat Vogeltrekstation haar vrijwilligers die te goeder trouw zijn en in een beschreven situatie terecht komen blijft steunen tot een rechterlijke uitspraak om daarna pas de juridische consequenties te aanvaarden.
Antwoord Dat is niet juist, zo is het beleid van Vogeltrekstation niet. Ons beleid daarin staat al jarenlang op deze website. Als blijkt (wel of niet gevolgd door een procesverbaal) dat een ringer de bepalingen en voorwaarden zoals beschreven in zijn ringmachtiging heeft overtreden, dan overweegt en handelt Vogeltrekstation altijd als volgt:

A. Het is aan Vogeltrekstation om eventueel maatregelen te nemen, de ernst van de 'zaak' speelt daar uiteraard een grote rol in; in de praktijk leidt dat tot:

  1. Uitstel van beslissing (wel of niet met een schorsing van de ringvergunning) totdat de AID/Politie (soms na overleg met Vogeltrekstation ) zijn definitieve standpunt heeft bepaald, of er een juridische uitspraak is
  2. Een waarschuwing
  3. Een schorsing van de ringmachtiging
  4. In het alleruiterste geval intrekking van de ringmachtiging

B. De vragensteller formuleert het juist: iemand is pas juridisch schuldig als hij door een rechter is veroordeeld en als dat is gebeurd (of met een schikking rechtsvervolging voorkomen is) dan kan de rechter uw ringvergunning intrekken. Als de rechter dat niet doet, dan kan het Vogeltrekstation het alsnog doen.