Tijdens de opleiding heeft u één mentor en twee opleiders. Deze ringers vervullen allen een andere rol, om u een goede en brede basis te geven.
Het opleiden van aspirant-ringers tot zelfstandige ringers is één van de belangrijke taken waar we als Vogeltrekstation en ringers gezamenlijk voor staan. Immers, alleen door aspirant-ringers een volwaardige en uniforme opleiding te bieden waarin alle aspecten van het moderne ringwerk aan bod komen, kunnen we de kwaliteit van het ringwerk in Nederland waarborgen en zo mogelijk verhogen. Om deze reden is de aspirant-ringer verplicht om een mentor en twee opleiders op te geven voor de opleiding.
De mentor begeleidt een aspirant-ringer één-op-één en leert hem/haar de kneepjes van het vak in de praktijk door de aspirant-ringer minimaal twee jaar onder zijn/haar hoede te nemen. De mentor bepaalt in overleg met Vogeltrekstation wanneer de aspirant-ringer klaar is voor het theoretische en voor het praktische examen. Hij/zij is aanspreekpunt voor Vogeltrekstation en voor andere opleiders betreffende de vorderingen van de aspirant-ringer. Hij/zij tekent de met succes uitgevoerde onderdelen uit het portfolio van de aspirant-ringer die onder zijn/haar supervisie zijn uitgevoerd af. Een mentor begeleidt te allen tijde maximaal twee aspiranten.
Een opleider leidt in overleg met de mentor een aspirant-ringer voor kortere of langere duur op voor vaardigheden genoemd in het portfolio. Hij of zij mag voor onderdelen met succes uitgevoerd onder diens supervisie het portfolio van de onder hem vallende aspirant-ringer aftekenen. De opleider draagt op een waardevolle manier bij aan de opleiding, maar is er niet verantwoordelijk voor. In sommige gevallen kan maximaal één van de opleiders een niet-ringer zijn (bijvoorbeeld iemand die de doelsoort(en) wel onderzoekt en daardoor veel specifieke kennis heeft, maar zelf niet ringt).
Om vanaf 1 maart 2018 als mentor te kunnen werken dient u aan de volgende criteria te voldoen:
U bent een ervaren ringer met een goede staat van dienst, een brede ringervaring en goede communicatieve en didactische vaardigheden. Ervaren hoeft niet altijd te betekenen dat u al jaren een eigen ringmachtiging bezit, maar tenminste drie jaar is een vereiste. In die tijd en tijdens uw eigen opleiding heeft u zich intensief met het ringwerk beziggehouden binnen meerdere projecten. U heeft een goede soortenkennis en bent goed op de hoogte van de methoden die gebruikt worden voor de bepaling van leeftijd, geslacht, rui en biometrie en past deze routinematig toe tijdens uw ringwerk. U beschikt over de belangrijkste determinatiewerken voor ringers en gebruikt deze regelmatig tijdens uw ringwerk. U werkt bij voorkeur in een ringgroep en heeft regelmatig contact met collega-ringers. U bent altijd bereid uw kennis uit te breiden of te verdiepen.