(Foto: T. Eggenhuizen)
Voor veel vogelsoorten vormt het stedelijk gebied een belangrijk habitat waar grote aantallen broedvogels en overwinterende vogels voorkomen. Een aantal vogelsoorten komt zelfs vrijwel uitsluitend voor in het stedelijk gebied. De recent door Vogelbescherming Nederland uitgebrachte stadsvogelbalans laat zien dat de vogels van het stedelijk gebied er niet altijd even goed voorstaan. Zeven van de ruim 50 stadsvogels staan op de landelijke rode lijst. Bijna een kwart van alle stadsvogelsoorten vertoont een matige of sterke afnemende trend tussen 1999 en 2008.
Door speciale aandacht voor de vogels van het stedelijk gebied weten we intussen vrij goed hoe het met de aantallen gesteld is. Over de oorzaken van voor- en achteruitgang weten we minder. Demografische gegevens (gegevens over sterfte, reproductie, immigratie en emigratie) kunnen helpen bij het opsporen van de oorzaken en het inschatten van risico’s. Demografische gegevens van vogels worden in Nederland verzameld door Vogeltrekstation middels speciaal daarvoor in het leven geroepen projecten: CES en RAS. Net als eerder al geconstateerd werd bij de monitoring van aantallen (door SOVON), vallen de vogels van het stedelijk gebied in de gangbare projecten buiten de boot. Het stedelijk milieu leent zich niet voor de geavanceerde monitoringprojecten, en vogelaars zijn nu eenmaal liever actief in de natuur dan in de stad. Toch is dat niet helemaal terecht, de stad biedt veel voordelen en zeker ook veel verrassingen op ornithologisch gebied. Vogels tellen of vangen in stad of dorp is eenvoudig, je doet het bij wijze van spreken vanuit je eigen woonkamer. Ook in de stad kunnen we leuke, interessante of zeldzame vogels tegenkomen.
![]() |
![]() |
De gezamenlijke trend van negen algemeen voorkomende vogels in de stad daalt licht. (bron: www.compendiumvoordeleefomgeving.nl) |
De huismus gaat door diverse oorzaken achteruit in het stedelijke gebied. (bron: www.compendiumvoordeleefomgeving.nl |
Het geavanceerde en veeleisende CES (Constant Effort Sites) project leent zich niet voor het stedelijk milieu. Er is veel ruimte voor nodig, en bovendien is het vangen en ringen van vogels een activiteit die moeilijk uit te voeren is wanneer er veel publiek is. Vogeltrekstation heeft daarom gezocht naar een eenvoudiger en laagdrempelig project om de demografie van vogels van het stedelijk gebied te gaan meten: ring-MUS. Het Ring-MUS project wordt mede gefinancierd door Vogelbescherming Nederland.
Ring-MUS sluit aan bij het Meetnet Urbane Soorten (MUS) van SOVON, en is daarvan de variant voor ringers. Vandaar de naam ring-MUS. Maar ring-MUS richt zich op alle soorten die we in het stedelijke milieu tegenkomen, en dus niet alleen op huismussen of ring-mussen! De term 'stedelijk gebied' wordt breed opgevat. We rekenen daartoe steden, dorpen, gehuchten, villawijken, bedrijven- en industrieterreinen, havens, parken, begraafplaatsen, volkstuinen en sporttereinen. Geïsoleerde boerderijen en erven in het agrarisch gebied vallen erbuiten. Het meetnet richt zich op alle vogelsoorten die in het stedelijk gebied voorkomen. Omdat het project jaarrond wordt uitgevoerd richt het zich zowel op broedvogels als overwinteraars in het stedelijk gebied.
Daarnaast is binnen het ring-MUS project de mogelijkheid om huismussen te ringen met kleurringen. Er is hiervoor gekozen omdat huismussen wanneer deze gevangen zijn niet gemakkelijk terug te vangen zijn. Maar met behulp van de kleurringen is het toch mogelijk om individuele huismussen te herkennen met bijvoorbeeld een verrekijker.
Binnen het ring-MUS project is het ook toegestaan nestjongen te ringen. Voor huismussen is er een leeftijdkaart gemaakt met foto's van de ontwikkeling van jonge huismussen van dag tot dag, waarmee u goed de leeftijd van de jongen kunt bepalen.
Ring-MUS heeft twee belangrijke doelstellingen:
Overzicht locaties van ring-MUSVerspreid over Nederland zijn er op dit moment (november 2011) 49 ring-MUS locaties. Een overzicht van alle ring-MUS locaties is te zien in de figuur hiernaast. AanmeldenOm u aan te melden voor het ring-MUS project hebben we een handleiding opgesteld. U kunt u opgeven via het webformulier aanmelding ring-MUS
|
|
Het ring-MUS project biedt de mogelijkheid om de Huismussen te voorzien met kleurringen. Hierdoor zijn er telkens meer buurtbewoners die hun 'eigen' individuele Huismussen herkennen en hiervan foto's maken. Heeft u zelf ook foto's gemaakt van uw 'eigen' mussen (met kleurringen) dan kunt u deze opsturen naar Vogeltrekstation. Dan kunnen wij laten tonen waar en wanneer de mussen gezien worden.
Het belangrijk om hierbij uit te gaan van links en rechts vanuit het perspectief van de vogel. Voor meer informatie over het aflezen van kleurringen zie hier.
Daarnaast kunnen wij u in contact brengen met de ringer bij u in de buurt die de huismussen voorziet van kleurringen. Deze informatie is niet alleen zeer interessant voor u en de ringer maar daarnaast ook noodzakelijk voor wetenschappelijk onderzoek. Neem daarom contact op met Vogeltrekstation indien u een gekleurringde huismus ziet.
Huismussen laten zich, eenmaal gevangen, bijzonder moeilijk terugvangen. Om toch voldoende gegevens van huismussen binnen ring-MUS binnen te krijgen kan gebruik worden gemaakt van kleurringen.
Om overlap met naburige ring-MUS projecten te voorkomen worden per stad of regio kleurring-schema's opgesteld door Vogeltrekstation. De kleurringen dienen strikt volgens het aan u toegewezen schema te worden aangelegd. De instructies en een lijst met kleurringcombinaties waarop u zelf kunt bijhouden welke combinaties u gebruikt heeft wordt uitgegeven door Vogeltrekstation. Daarnaast is er een korte handleiding die omschrijft hoe u de kleurringen binnen GRIEL kunt invoeren.
De aflezingen van de kleurringen van uw Huismussen kunt u als terugvangsten invoeren in GRIEL. Bedenk daarbij dat u snel heel veel aflezingen kunt verzamelen als u wilt en daardoor vervolgens een grote hoeveelheid invoerwerk dient te doen.
Door gebruik te maken van kleurringen, worden de mussen individueel herkenbaar en kunnen ze op een afstand worden herkend. Vervolgens is het mogelijk met behulp van een verrekijker, telescoop of foto-toestel om de individuele vogels te herkennen. Voor degenen die het leuk vinden is het volgen van de gekleurringde mussen een boeiende bezigheid. Zie ook de informatiefolder: project Ring-MUS - informatiefolder voor buurtbewoners.
De ge(kleur)ringde mussen zijn met wat geluk zelfs met het blote oog te herkennen en iedere waarneming is nuttig. U zult als uw ‘eigen’ mussen in de tuin op den duur kunnen herkennen. Maar pas op: dit kan verslavend zijn! Maar ook als de poes een geringde vogel pakt of wanneer er een vogel tegen het raam vliegt kunt u als buurtbewoner het nummer van de ring doorgeven. Het ringen van vogels heeft namelijk alleen zin als de ringen ook worden teruggemeld. Wilt u meehelpen dan is het belangrijk voor de Huismussen de volgende gegevens te noteren.
Het is belangrijk om bij het noteren van de kleurring-combinatie uit te gaan van links of rechts gezien vanuit de vogel!
U kunt ook het waarnemingsformulier downloaden en ons mailen of de huismus melden via ons online web-formulier.
Vrouw |
Man |
|||||
Links | Rechts | Links | Rechts | |||
Boven | rood | rood | Boven | rood | groen | |
Onder | groen | metaal | Onder | wit | metaal |
Er is ook regelmatig interesse voor het ring-MUS project door de pers, zo verscheen er een artikel in de Stentor van 2 augustus 2011 over het ring-MUS project van Jan van Dijk in Zwolle.
U kunt zich aanmelden voor het ring-MUS project door het webformulier in te vullen
Ring-MUS is bij uitstek geschikt om aspirant-ringers op te leiden zodat ze na enige tijd zelfstandig aan het project kunnen deelnemen. Meer informatie over aspirant-ringer worden kunt u hier vinden.
De opleiding tot ringer binnen ring-MUS vraag een inzet van zowel de begeleidende ringer als van de aspirant-ringer. De opleiding duurt minimaal twee jaar.