De kennis die tijdens de opleiding behandeld moet worden is onderverdeeld in 16 leerdoelen. Elke leerdoel bestaat uit verschillende vaardigheden. Wanneer het opleidingstraject van de aspirant-ringer is goedgekeurd ontvangt de aspirant-ringer het ringersportfolio met een gedetailleerd overzicht van alle vaardigheden.

 

LEERDOELEN

1

Onderzoek

Op de hoogte zijn van wetenschappelijk belang van ringonderzoek en hoe dit op te zetten

2

Gedragsregels

Kennis van de gedragsregels en geldende wet- en regelgeving m.b.t. ringen van wilde vogels

3

Risico's en calamiteiten

Situaties kunnen inschatten en om kunnen gaan met onverwachte situaties

4

Hygiëne en ziekte

Hygiëneregels in acht nemen tijdens ringwerk

5

Voorbereiding

Zorgvuldige selectie van de te ringen nesten en/of vogels

6

Lokvogels

Correcte omgang met lokvogels en -middelen

7

Vangmiddelen

Correct gebruik van de vangmiddelen

8

Hanteren

Hanteren en zorg voor de vogels (o.a. het hanteren en tijdelijk bewaren)

9

Uithalen

Vogels kunnen verwijderen uit de vangmiddelen

10

Ringen

Het correct kunnen aanleggen van de (juiste) ring

11

Determinatie en rui

Determinatie en leeftijds- en geslachtsbepaling van vogels en het herkennen van ruipatronen

12

Biometrie

Meten van de standaard en soortgroepspecifieke biometrie

13

Administratie

Zorgvuldige administratie in het veld

14

Griel

Invoer, administratie en beheer van gegevens in Griel

15

Communicatie

Correcte houding ten opzichte van bezoekend publiek en omgang met (sociale) media

16

Documentatie

Kunnen vastleggen (bv fotografie) van vogels en hun anatomie; en kunnen beschrijven van zeldzame vogels