In de hoofdkaart worden alle ringvangsten waarvan minstens één terugmelding bekend is getoond. Ringvangsten zonder terugmelding (of andersom) worden niet getoond. Ook de gegevens die nog niet zijn gedigitaliseerd kunnen niet worden getoond.
Voordat de gegevens in de atlas worden getoond gaan ze door een uitgebreid selectie- en bewerkingsproces. Records kunnen daarin op diverse criteria worden afgekeurd. De afgekeurde records worden gescreend, en na verloop van tijd verbeterd of definitief verwijderd. De volgende criteria lijden tot afkeuren van records:
Naast deze 5 checks die ieder op zich tot afkeuren leiden wordt ook nog gekeken naar verschil in geslacht tussen ring- en terugmeldgegeven en verschil tussen ringsoort en meldsoort, maar records worden hier niet op afgekeurd. Deze informatie helpt wel bij het interpreteren van andere fouten.
De kleur van de punten in de kaarten toont het seizoen waarin de vogel is geringd of teruggemeld. De seizoensindeling verschilt tussen soorten en wordt getoond in de legenda linksonder (voorjaarstrek (licht oranje), broedseizoen (oranje), najaarstrek (lichtblauw), winter (donkerblauw)).
Er zijn 4 tabbladen met kaarten: ‘Totaal’, ‘Broedvogels’, ‘Doortrekkers’ en ‘Overwinteraars’. De punten in deze tabbladen geven antwoord op de volgende ecologische vragen:
Een melding in de kaart broedvogels betekent dus niet dat de vogel ook daadwerkelijk aan het broeden was in Nederland, maar wel dat de vogel tijdens het broedseizoen in Nederland was.
Nadat u een terugmelding in Griel heeft ingevoerd duurt het nog 3 dagen voordat uw melding in de atlas wordt getoond, mits de ringvangst al ingevoerd is. De komende weken kan het langer duren omdat de atlas nu handmatig ververst wordt.
U kunt zelf, linksboven in de kaart, selecteren welke ‘Leeftijden’ getoond worden (Alle leeftijden, Nestjong, Onvolwassen of Volwassen). Voor deze webatlas hebben we nestjong gedefinieerd als de niet-vliegvlugge jonge vogel. Leeftijd is de leeftijd waarop een vogel (in Nederland of buitenland) geringd is. Wanneer u bijvoorbeeld op ‘nestjong’ zoekt worden alle terugmeldingen en ringgegevens getoond van vogels die geringd zijn als nestjong.
Vooral van oude gegevens zijn de coördinaten vaak onnauwkeuriger bekend. Ook is van sommige soorten de locatie bewust minder nauwkeurig weergegeven.
De broedperiode is bewust kort gehouden om te voorkomen dat, zeker bij watervogels, ruiers uit oostelijk gelegen broedgebieden, ook in deze categorie terecht komen.
Alleen ringvangsten waar minstens één terugmelding van gedaan is worden op de kaart getoond. Daarnaast vinden er ook nog kwaliteitscontroles plaats om te voorkomen dat fouten worden getoond.
Het is niet mogelijk om alleen uw eigen gegevens in te zien. U kunt wel op de kaarten zoeken op uw woonplaats en de vangsten bekijken.
Het inzien van eigen gegevens is een van de belangrijkste functionaliteiten die we nog aan het doe-het-zelf-deel van de atlas willen toevoegen.
Het aantal geringde en teruggemelde vogels wordt getoond als totaal en per periode.
Deze periodes zijn:
Gegevens van de drie belangrijkste biometrische maten worden getoond: vleugellengte, gewicht en tarsuslengte voor broedvogels, doortrekkers (voor- en najaarstrek) en overwinteraars. Deze waarden zijn ook opgesplitst naar geslacht en volwassen / onvolwassen. Gegevens van nestjongen zijn niet meegenomen. Voor soorten die vooral als nestjong worden geringd (bv ooievaars) zijn daarom weinig gegevens bekend.
Dit is de tijd tussen de ringvangst en de meest recente terugmelding. Dit hoeft niet overeen te komen met de leeftijd van de vogel. Individuen die veel ouder zijn dan uit de literatuur bekend is worden er uit gefilterd voordat ze getoond worden. Meldingen waarvan niet achterhaald kan worden hoe lang de vogels al dood is (bijvoorbeeld ‘dood langer dan een week’ of ‘alleen ring gevonden’) worden ook niet meegenomen de top 10 oudste vogels.Een vogel kan ouder zijn geworden dan de getoonde leeftijd, omdat slechts het verschil in tussen ringvangst en terugmelding wordt getoond.
Het totaal aantal geringde vogels in Tabel 1 is het aantal inclusief de ringvangsten waarvoor geen terugmelding is en het aantal ringvangsten waarvan de gegevens nog niet digitaal beschikbaar zijn.
De aantallen in Tabel 2 zijn exclusief de nog niet ingevoerde vogels (aangezien daar het seizoen waarin ze werden geringd niet bekend is). Dit verklaart het verschil in totale waarden tussen Tabel 1 en Tabel 2. Het percentage teruggemelde individuen is hiervoor gecorrigeerd.
Tabel 2 toont het totaal aantal geringde vogels per seizoen en het aantal / percentage vogels dat hiervan ooit is teruggemeld. Waarbij deze toelichting belangrijk is:
De aantallen in tabel 2 zijn exclusief de nog niet ingevoerde vogels (aangezien daar het seizoen waarin ze werden geringd niet bekend is). Dit verklaart het verschil in totale waarden tussen Tabel 1 en Tabel 2.
Het gemelde aantal terugmeldingen is het aantal terugmeldingen van de vogels ooit. In de categorie ‘broedseizoen’ worden dus alle terugmeldingen getoond van vogels die in het broedseizoen zijn geringd. Deze gegevens geven inzicht in het verschil in terugmeldkans tussen de seizoenen.
Het terugmeldpercentage is het percentage individuen (dat geringd is in een bepaald seizoen) dat ooit is teruggemeld.
Sinds het begin van het ringwerk in Nederland is bekend hoeveel vogels er jaarlijks zijn geringd. Deze historische gegevens staan op papier in ons archief en worden door vrijwilligers gedigitaliseerd. Wanneer de gegevens nog niet zijn gedigitaliseerd, dan worden wel al de jaartotalen getoond in de atlas (bv in Tabel 1 of figuur 2). De gegevens worden niet getoond in de kaarten of bijvoorbeeld Tabel 2.
Het aantal terugmeldingen betreft alle terugmeldingen van een vogelsoort. Dat kunnen er bij sommige soorten zoals de ooievaar wel tientallen zijn. Het aantal
In Figuur 1 wordt de vanginspanning getoond. De ringinspanning wordt bepaald op basis van de ingevoerde vangsten. Deze is sterk afhankelijk van de (historische) verspreiding van de ringers en hun inspanning en hoeft niet overeen te komen met de verspreiding van een soort.
Hulp is zeker welkom! Soorten waar nog geen tekst bij staat kunt u beschrijven via een vaste vragenlijst. U kunt daarvoor contact opnemen met het Vogeltrekstation
Als u een fout tegenkomt, bijvoorbeeld een melding op een vreemde plek of een melding die u mist, dan kunt u deze melden bij het Vogeltrekstation. Meld daarbij ook bij voorkeur altijd het ringnummer waarover het gaat, zodat wij de gegevens kunnen opzoeken in de database.
Derden (niet-ringers) kunnen data uit de Vogeltrekstation-database opvragen via de knop ‘Data opvragen’, die getoond wordt bij de statistiekpagina’s. Hier kunnen kosten aan verbonden zijn. Ringers kunnen direct contact opnemen met het Vogeltrekstation wanneer zij data willen gebruiken. Ringers kunnen hun eigen data, met bijbehorende ring- en/of terugmeldgegevens in Griel bij ‘Mijn Projectgegevens’ opvragen. Het data-aanvraagformulier is dus vooral bedoeld voor derden.
BL betekent ‘buitenland’.
Nog niet alle soorten zijn beschreven. Afgelopen maanden zijn eerst de soorten beschreven die het meeste worden geringd.
U kunt ook meehelpen door een soort te beschrijven. We zoeken nog veel auteurs voor de nog niet beschreven soorten. Neem hiervoor contact op met het Vogeltrekstation.